Introduceren van een nieuwe kat

Er komt een nieuwe kat in huis. Erg leuk natuurlijk, maar hoe zorg je ervoor dat de kat die al in huis is het net zo leuk vindt? Om te beginnen is het niet verstandig om de katten meteen bij elkaar te zetten en het "uit te laten vechten" zoals je wel eens leest. Katten die eenmaal gevochten hebben, worden niet zo makkelijk meer vriendjes.

Hoe kun je de katten het beste aan elkaar laten wennen

Geef de nieuwe kat/kitten een tijdelijke eigen kamer en houd hem apart van andere dieren. Zo geef je meteen de gelegenheid om even bij te komen en te wennen aan de nieuwe omgeving. Zet de reismand open en laat hem er op zijn eigen tempo uit komen. De al aanwezige kat(ten) zal de nieuwe kat horen en ruiken en zo ook gelijk wennen aan zijn nieuwe huisgenoot. Zorg voor eigen spulletjes in de kamer zoals eet- en drinkbakjes, kattenbak, speelgoed, mandje.
Leg dekentjes, speeltjes, mandjes van de ene kat bij de andere kat en andersom. Wat je ook kunt doen is met een sok of een handdoek over de wang van de kat wrijven en dit bij de andere kat neerleggen. Zo raken ze gewend aan elkaars geur. Beloon de kat als ze aan het dekentje/de sok snuffelen van de andere kat zodat ze een positieve associatie krijgen met de geur van de ander.
Zet als volgende stap de al aanwezige kat in een aparte kamer (niet de kamer van de nieuwe kat) en laat de nieuwe kat op zijn gemak de rest van het huis verkennen. Vervolgens kan de nieuwe kat weer terug naar zijn "eigen kamer" en de ander weer zijn kamer uit.

Bovenstaande stappen kunnen wat tijd in beslag nemen, dit is bij alle katten anders. Herhaal de stappen totdat beide katten niet meer gestrest of gespannen zijn en niet meer negatief reageren op elkaars geur.

Tijd voor de ontmoeting

Allereerst: blijf er altijd bij! Je weet niet hoe de katten reageren en als ze gaan vechten moet je ze direct uit elkaar halen.
Soms helpt het om van tevoren met beide katten apart even te spelen, zodat ze tijdens de ontmoeting wat moeier zijn en de één hopelijk niet boven op de ander springt om te spelen. (Vooral met kittens is dit een goed idee).
Houd de katten een beetje uit elkaar, geef ze de ruimte. Leid ze beide af met iets lekkers of met een speeltje. Met spelen en snacken komt er dopamine vrij wat een geluksgevoel geeft waardoor weer die positieve associatie met de ander om de hoek komt kijken. (Met snacken bedoelen we een snoepje o.i.d. Het is beter om de katten niet vlak bij elkaar een maaltijd te laten eten, aangezien dit een rustmoment moet zijn zonder stress).
Heb je het idee dat het niet goed gaat? Zet de nieuwe kat dan weer in zijn eigen kamer en probeer het op een ander moment nog eens.

Als het niet goed gaat, zet de katten dan weer even een paar dagen apart en begin weer opnieuw. Doe dit net zolang tot de katten goed op elkaar reageren. Het vergt een hoop geduld, maar later heb je er echt veel baat bij.